Logo 3

Orgels

Twee Rotterdamse stadsorgels

Standaart-concertorgel

Het Standaart-concertorgel in de Burgerzaal van het Rotterdamse stadhuis is speciaal ontworpen voor deze feestzaal, met de bedoeling er op te musiceren tijdens ontvangsten, diners, concerten en tijdens de zogenaamde ‘eerste klasse’ huwelijken.
Henri Evers, architect van het stadhuis, had dit in gedachte toen hij in 1916 een frontontwerp maakte voor dit orgel. Hij tekende namelijk niet alleen een orgelfront met een speeltafel voor de organist, maar op het balkon ook een orkest met een dirigent ervoor, allemaal vrolijk musicerend op de orgelgalerij. En uit de trouwzaal schrijdt een bruidspaar de Burgerzaal binnen. Evers hoorde mars- en dansmuziek, pauken en trompetten!

De firma Standaart bouwde in de periode tussen 1910 en 1935 veel kerk- en bioscooporgels in Rotterdam en omgeving en kreeg in 1918 de eervolle opdracht om een modern concertorgel te bouwen voor de Burgerzaal in het stadhuis. Het nieuwe orgel moest kunnen functioneren als een groot symfonieorkest. Speciaal voor dit orgel werd een fraai balkon gebouwd dat rust op marmeren pilaren.

De orgelregisters werden verdeeld over twee klavieren voor de handen (het hoofdwerk en het positief) en een klavier voor de voeten (het pedaal). In de orgelkas werden de pijpen van het hoofdwerk en het pedaal geplaatst. Het pijpwerk van het tweede klavier werd geplaatst in een aparte kamer hoog achter het orgelfront zodat de klank door een zeer wendbare zwelconstructie onmiddellijk van forte naar een zeer delicaat pianissimo teruggebracht kon worden. De speeltafel van het instrument werd door de orgelfirma Standaart zo ingericht dat de organist het solistisch kon bedienen en met de verschillende registers en speelhulpen de beschikking kreeg over een instrument waarmee heel subtiel veel klankkleurwisselingen gemaakt konden worden. Daarnaast moest ook kunnen worden samengespeeld met orkestmusici op het speciaal daarvoor ontworpen orgelbalkon.

De firma Standaart bouwde ook theater- en cinema-orgels: o.a. voor het Thalia theater en het W.B. theater aan de Nieuwe Binnenweg. Ook bouwde deze firma het beroemde AVRO-concertorgel waarop musici als Pierre Palla, Cor Steyn en Piet van Egmond regelmatig geconcerteerd hebben. Veel orgels van de firma Standaart zijn in de loop der tijd verdwenen doordat kerken werden gesloopt en de muzikale smaak van zowel het publiek als de musici veranderde. Het concertorgel in de Burgerzaal behoort thans tot de weinig overgebleven orgels uit de beginperiode van de vorige eeuw die nog oorspronkelijk klinken zoals ze destijds werden opgeleverd.

Stadsmuziek Rotterdam heeft de afgelopen jaren talloze succesvolle concerten georganiseerd rond het historische orgel in de Burgerzaal. Zo werd het orgel niet alleen als concertinstrument gebruikt, maar ook als begeleidingsinstrument van de ‘zwijgende film’. Het gerestaureerde stadhuisorgel is na de voltooiing van een restauratie in juni 2015 weer feestelijk in gebruik genomen. Het in 2020 honderdjarige Standaart-concertorgel is regelmatig te beluisteren tijdens de concerten in de Burgerzaal. Als solo instrument maar ook als bioscooporgel bij het begeleiden van de zwijgende film.

Beluister de playlist!

Het Doelenorgel

Het orgel in de Grote Zaal van concertgebouw de Doelen, in 1968 in gebruik genomen, werd gebouwd door de firma Flentrop. Het instrument kreeg zeventig sprekende registers die verdeeld zijn over vier handklavieren en één pedaalklavier.

In tegenstelling tot de meeste orgels in ons land is het niet verticaal opgesteld, maar horizontaal. Door het gebrek aan hoogte werd het grote Doelenorgel in twee delen gesplitst, die als linker- en rechterwerk aan beide zijden van het bovenwerk hun plaats vonden. De speeltafel staat vrij en het publiek kan de verrichtingen van de bespeler goed volgen. Al vanaf het eerste concert in 1968 heeft dit instrument een belangrijke plaats ingenomen in de Rotterdamse orgelcultuur. Naast Arie J. Keijzer, Doelenorganist tot halverwege de jaren tachtig, musiceerden de afgelopen decennia vele vooraanstaande organisten uit binnen- en buitenland op dit instrument.

Na zijn aanstelling als stadsorganist in 1996 werd Geert Bierling de vaste bespeler van dit orgel. Hij introduceerde in de Doelen een voor Nederland nieuw fenomeen: de serie ‘Concerts Populaires’. De bijzondere programmering waarbij het oude ambacht van het maken én spelen van symfonische bewerkingen weer nieuw leven werd ingeblazen, trok vanaf het begin een grote schare bezoekers.

Het orgel werd een tijdens de laatste renovatie uitgerust met diverse speelhulpen en een registercomputer zodat de organist tijdens het spelen zelf kan registreren. Ook kreeg het derde klavier een Cornet décomposé (volledig samen te stellen zestienvoets Cornetwerk) en zorgde de herintonatie van de grondstemmen en de mixtuurregisters voor een voorname klank met de nodige ‘Gravität’. De vele tongwerken klinken na de herintonatie aanzienlijk karaktervoller en zijn als soloregister en als ensembleregister op vele manieren te gebruiken. Naast het Plein Jeu, het volle werk met de verschillende hoge prestant- en vulstemmen als klankkroon, beschikt het grote Doelenorgel thans ook over een imposant Grand Jeu. Dit volle werk kan op vele manieren gekleurd worden met tongwerk-registers gecombineerd met het cornetwerk en overige tertsregisters.

Het grote Doelenorgel behoort samen met het Maarschalkerweerdorgel in Het Koninklijk Concertgebouw te Amsterdam tot de bekendste zaalorgels in ons land.